Gunfactor is belangrijk

Gunfactor is belangrijk

Zo’n uitzondering is Frits Rorink. In zijn huis in een buitenwijk van Oldenzaal zit een ontspannen en tevreden man, werkelijk alles aan hem straalt rust en evenwicht uit. Hij heeft twee keer een mooie carrière kunnen afsluiten en nu leeft hij zijn jongensdroom, zijn derde beroep als buschauffeur. “In mijn eindexamenjaar wilde ik graag vrachtwagenchauffeur worden, dat was een droom die ik al langer had. Maar mijn vader stak daar een stokje voor. Ik kom uit een goed Rooms-katholiek gezin zoals er indertijd zoveel waren in Oldenzaal; de verzuiling was toen nog volop aanwezig. Oldenzaal was overwegend katholiek en als kind speelde je niet met protestantse vriendjes, dat was allemaal strikt gescheiden. En je vader was de autoriteit, zijn oordeel woog zwaar. ‘Ga eerst maar eens studeren, je hebt een goed stel hersens gekregen, die heb je niet voor niks,’ zei hij. Ik was niet een erg opstandige puber dus ging ik naar Groningen voor een lerarenopleiding met als hoofdvakken Duits en geschiedenis plus onderwijskunde, waarin psychologie en pedagogiek waren opgenomen.”

Beginnersfouten

“Nadat ik geslaagd was, probeerde ik aan de bak te komen. Het was de zomer van 1982, een tijd waarin de banen niet voor het oprapen lagen. Ik solliciteerde me suf van Maastricht tot aan Den Helder, maar aanvankelijk zonder succes. Tot ik het geluk had dat er op de LTS in mijn geboorteplaats Oldenzaal een halve baan Duits en geschiedenis vrijkwam en die baan kreeg ik. Ik had nog meer geluk, want tijdens de zomervakantie besloot een collega om op wereldreis te gaan en kreeg ik een volledige baan. Ik was drieëntwintig en in de vierde klas Motorvoertuigen Techniek zaten leerlingen die achttien jaar waren. Ondanks het kleine verschil in leeftijd ging het lesgeven me goed af. De eerste maanden maakte ik beginnersfouten waar ik last van had, met twee vervelende klassen en jongens die de grenzen opzochten. Ze zaten echt in de gordijnen. Dat is zo’n goed leermoment, dat gun ik iedere beginnend docent. Je moet je realiseren dat je jonge mensen op weg naar pre-volwassenheid begeleidt en het allerbelangrijkste is dat je van die kinderen houdt maar ook dat je je vak beheerst. Dat staat voorop. Ik heb zo’n vijfentwintig jaar met veel plezier in het onderwijs gezeten. Na twaalf jaar lesgeven werd ik adjunct-directeur, waarbij ik me ook bezighield met personeelszaken.”

Wethouder in Oldenzaal

Maatschappelijke betrokkenheid zat er bij Frits van jongs af aan in. Naast zijn werk in het onderwijs was hij actief in de gemeenschap en in bestuurlijke functies bij voetvalclub Quick’20. “Dat deden er wel meer,” zegt hij nuchter. Maar die betrokkenheid zorgde wel voor zijn volgende baan. Hij was bestuurlijk actief in het CDA, de partij waar zijn ouders al op stemden. “In maart 2006 waren er gemeenteraads­verkiezingen,” vertelt Frits. “Ik had geen politieke ambitie, stond niet op de lijst, maar drie weken na die verkiezingen werd ik gebeld door de toenmalige voorzitter van het CDA bestuur: ‘Frits, wil je wethouder worden in Oldenzaal?’ De aanvankelijk beoogde kandidaat kon geen terugkeer­garantie krijgen naar zijn oude baan en het beroep van wethouder is onzeker. Je bent geen ambtenaar, maar wordt benoemd door de gemeenteraad. Ze kunnen je na een raads­vergadering zo naar huis sturen. In het onderwijs ligt dat anders, daar is terugkeer in principe wel mogelijk. Na overleg met mijn vrouw en mijn vader heb ik ja gezegd. Ik kwam totaal nieuw in het gemeentehuis en de eerste anderhalf jaar vond ik best lastig. Als bestuurder vind ik dat je in principe alle portefeuilles kunt beheren, maar je ambtenaren zijn degenen die je inhoudelijk adviseren. Daarna neem jij een beslissing, die je aan het college voorlegt.”

Vitamine R

“Toen ik het spelletje eenmaal door begon te krijgen, kreeg ik er plezier in. Ik ben acht jaar wethouder geweest in Oldenzaal. Net toen ik voor een derde periode in Oldenzaal weer wethouder kon worden, kreeg ik een telefoontje uit Den Haag. Er werd mij gevraagd om wethouder te worden in een grote stad in het oosten des lands. Er waren weer gemeente­verkiezingen en er bleek daar geen CDA wethouder beschikbaar. Het ging om Deventer, dat met de meeste zetels op links een puur rode stad was, bijgenaamd Moskou aan de IJssel. Ook deze keer zei ik ja. Er waren maar drie zetels beschikbaar voor het CDA. Dat betekende dat ik voor alle meerderheids­besluiten de boer op moest om andere partijen aan mijn kant te krijgen. Het was constant bruggen bouwen, het dwingt je om elkaar wat te gunnen. Van 2014 tot 2022 ben ik daar wethouder geweest met in mijn portefeuille onder meer verkeer, vervoer, openbare ruimte, onderwijs, regionale samenwerking en jeugdbeleid. De aller­belangrijkste les is vitamine R van relaties. Om iets voor elkaar te krijgen, heb je de gunfactor nodig in alles, in je contacten met de ministeries, je ambtenaren en de mensen waar je het voor doet.”

Op de bus

“Het was mooi werk, maar inmiddels was ik één van de langstzittende wethouders in Overijssel. Na zestien jaar vond ik het tijd worden om te stoppen. Ik had het gevoel dat ik zo langzamerhand over mijn houdbaarheidsdatum heen was. Ik heb de klus in Deventer afgemaakt tot er een nieuw college was geïnstalleerd en heb toen besloten om geen andere functies meer te ambiëren, maar mijn groot rijbewijs te halen, mijn jongensdroom. Dat was op 12 juni 2022, want toen begon ook mijn opleiding bij Agere, het bedrijf dat opleidt voor de vrachtwagen, bus, heftruck en trekkers. Dat begon met twee maanden intensieve theorie in de schoolbanken met 18- en 19 jarigen en daarna de praktijk. Ik koos niet voor de vrachtwagen, dat vond ik te solistisch, maar voor de bus. Als buschauffeur rij je ook op zo’n groot gevaarte, maar je hebt een prachtige lading: mensen. Ik ben geslaagd op 7 oktober 2022 en dat was tevens mijn eerste werkdag bij de firma Brookhuis, een echt familiebedrijf. Leuk om even te vermelden dat Erwin Brookhuis, de huidige directeur, een leerling van mij is geweest. Die kan daar wel om lachen: ‘Vroeger moest ik naar jou luisteren, nu moet je naar mij luisteren.’

Ik pak alles aan

Frits Rorink heeft een nul-urencontract bedongen, maar hij is breed inzetbaar. Op dagreizen rijdt hij bijvoorbeeld pensionado’s, schooljeugd, Het Orkest van het Oosten of voetbalsupporters. Dat combineert hij met buitenlandse reizen. “Ik ben gisteren teruggekomen uit Zwitserland," vertelt hij. “Wij bieden geen georganiseerde reizen aan, maar worden ingehuurd door reisorganisaties, bedrijven, instellingen- of privépersonen. Vanaf het eerste moment voelde ik me als een vis in het water, ik doe dit met zoveel plezier! Maar het gaat niet vanzelf, als je echt de weg opgaat, dan pas leer je het echte rijden. De eerste maanden heb ik ook hier beginnersfouten gemaakt, die je later nooit meer maakt. Bijvoorbeeld een klein straatje inrijden en dan niet weten hoe je daar weer uit komt. De kunst van het bus rijden is vooral weten wat er niet kan. Maar het is heel afwisselend, zoals met 4 VMBO uit Hardenberg zeven dagen naar Barcelona en de Pyreneeën. Dan komt alles bij elkaar voor mij, buschauffeur kun je vergelijken met opa zijn: je doet hele leuke dingen met de kinderen, maar als het vervelend of spannend wordt, moeten de ouders het oplossen. Ik prijs mezelf gelukkig:
ik vond het onderwijs prachtig, het wethouderschap ook en nu heb ik weer een top baan!”