Een unieke en duurzame weverij

Een unieke en duurzame weverij

Het is een industriële, duurzame weverij die veel gerecyclede materialen verwerkt, zoals denim en katoen. Die garens zijn grotendeels afkomstig van de enorme berg ingezameld textiel via de kledingbakken van Twente Milieu. Het is de bedoeling om zo lokaal en regionaal mogelijk te produceren, met de mode- en interieurindustrie als belangrijkste afnemers. Oprichter en drijvende kracht achter Enschede Textielstad is Annemieke Koster. Directeur-eigenaar en verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering, sales en strategie. De grote glaswand in haar werkruimte biedt rechtstreeks zicht op een uiterst geavanceerde weefmachine, de Smart Creel, vorig jaar april aangeschaft. “Het is een soort proefkeuken voor nieuwe ontwikkelingen”, zegt ze.

Voor de kenners: de machine heeft geen kettingboom, elke draad heeft een eigen spanning, wat veel toepassingen mogelijk maakt, zoals het combineren van bijzondere garens. De Smart Creel kan 70 tot 80 procent gerecycled materiaal verwerken, en dat is veel! Bovendien zijn zowel korte als langere runs mogelijk, want de flexibiliteit is enorm. Slechts twintig meter nodig? Dat kan. Direct daarna kan een run van bijvoorbeeld 300 meter met andere garens worden ingevoerd.

Duurzame materialen steeds populairder

Haar aanbeveling klinkt wat vreemd uit de mond van een textielondernemer: “Draag je kleding langer. Koop niet voor elke bruiloft, elk sollicitatiegesprek of feest een nieuwe outfit, maar doe langer met wat je hebt.” Dat doet ze zelf ook, zegt ze desgevraagd. Haar boodschap is echter nog niet breed geland, getuige de gigantische bergen met textiel in het sorteercentrum aan de Lonnekerbrugstraat. Voor een deel komt daar kleding binnen die nog best te dragen is. Die gaat, zeg maar, op een aparte hoop voor de aangesloten kringloopbedrijven. De niet meer bruikbare textiel – en dat is heel breed, van sokken tot theedoeken – wordt voor een deel verwerkt bij Enschede Textielstad. Een vaak gehanteerde standaard: de helft van de garens is van gerecycled materiaal en de andere helft is nieuw. Veelal is dat productie-afval van textielbedrijven.

De duurzame garens uit Enschede krijgen een brede, nieuwe bestemming. Kleding, maar ook meubelstoffering, plaids en theedoeken. “You name it”, zegt Annemieke. Steeds meer klanten vragen om duurzame materialen. Haar bedrijf leverde al eens stoffen aan het Nederlandse jeansmerk G-Star en er staat nu een project voor
winkel­keten Zeeman op de stapel. De Smart Creel is er al voor in actie gekomen: 6.000 meter. Over het product kan ze nog niets kwijt maar vanaf april volgend jaar ligt het in de schappen. “Voor veel klanten is het een belangrijke drijfveer om niet meer bij te willen dragen aan vervuilende industrie”, constateert ze. “Ook grotere merken willen het anders gaan doen. En de kwaliteit van ons textiel is nu goed genoeg om de overstap te kunnen maken.” Neem die producent van fraaie maatkostuums: die koos ook bewust voor gerecycled materiaal uit Enschede. “We kunnen nu bijvoorbeeld ook hele mooie Nederlandse wol verwerken. Het wordt boven­dien steeds toegankelijker voor de massa.” En dat is ook haar zelfbenoemde taak: duurzaam textiel binnen het bereik brengen van iedereen. “Daarom voeren we ook geen eigen merk jeans, maar willen we aan duurzame merken leveren, met in Nederland geproduceerde gerecyclede spijkerstoffen.” Voordat die bij Enschede Textielstad op weg gaan naar de klanten, zijn daar overigens wel een paar productiestappen aan vooraf gegaan. Zo stond Annemieke Koster (35) aan de wieg van Stichting TexPlus, een regionaal samenwerkingsverband van een groep bedrijven op het gebied van circulair textiel.

De hele keten is hierin vertegenwoordigd. Van het inzamelen en verwerken tot de productie van eindproducten. De doelstelling van TexPlus: ‘De keten van inzameling tot hergebruik te verbinden. Dit door hergebruik van textiele producten te stimuleren en met innovatieve technieken niet-herbruikbare textiele producten zo hoogwaardig mogelijk te recyclen, waarbij de markt actief betrokken wordt bij de ontwikkeling en toepassing van gerecyclede textiele materialen.’

Enschede Textielstad

Frankenhuis Textile Recycling in Almelo is één van de partners van TexPlus. Het is een belangrijke toeleverancier voor Enschede Textielstad. De Almeloërs vervezelen de afgedragen textiel uit het sorteercentrum. Het ruwe materiaal dat Annemieke daar bestelt gaat naar Spinning Jenny in Nijverdal. Een spinnerij die is gespecialiseerd in hoog­waardige, duur­zame garens voor allerlei toepassingen. Zulke garens gaan vervolgens op de weefmachines in Enschede, want bij grote orders maakt Enschede Textielstad ook gebruik van de getouwen bij weverij A.C. ter Kuile.

Een bijzonder bedrijf, dit Enschede Textielstad. Annemieke Koster richtte het in 2013 op. Ze had nog nooit een weefhal van binnen gezien. Na haar studie toegepaste communicatie­­wetenschappen op de UT is ze online-marketeer geworden. Ze werd getriggerd door de enorme ramp bij het grote Rana Plaza-complex in Bangladesh, waarbij meer dan duizend doden vielen. In het complex waren vijf textiel­bedrijven gevestigd toen het instortte. De werkomstandigheden waren er dramatisch slecht, waarna Annemieke een onderzoek instelde naar de gang van zaken in de hele keten. “Ik dacht toen: ik kan er wel over blijven schrijven en praten, maar ik kan er ook wat aan doen.” Haar plan voor de productie van duurzaam textiel kreeg veel handen op elkaar. “En toen is het heel snel gegaan!” Ze nam ontslag en begon in december 2013 met haar weefavontuur. Van weverijen wist ze vrijwel niets. Lachend zegt ze: “De start hing van naïviteit aan elkaar…” Ze was 24 jaar, ging kijken in de Museumfabriek waar enkele weefgetouwen staan en ontmoette daar de wevers Berend en Johan. “Die vielen van hun stoel van het lachen toen ik ze vertelde dat ik een weverij wilde beginnen. Maar toen ze merkten dat het serieus was, kon ik op woensdagen wel met ze meelopen.” Het eerste wat Annemieke daar leerde, was de weversknoop. En dat
leidde dus tot het huidige bedrijf.

Nog dromen en plannen? “Nog een klein beetje groeien qua mensen en machines, ten behoeve van een meer solide omzet en afzet. En we willen naar 100 procent gerecycled textiel, waarvan de kwaliteit niet onderdoet voor nieuw textiel. En dat op regionale of nog liever, lokale basis.”