Nicolas Mansfield

De kracht van herstel

Nicolas Mansfield

De kracht van herstel

“Als overheid moet je openstaan voor trends en ontwikkelingen in de cultuur, voor wat er leeft,” zegt hij. “We willen van de mensen weten wat ze belangrijk vinden, wat hun beleving is. Wat willen zij in hun stad. We zijn nu bezig met het schrijven van een nieuwe cultuurnota met een team van acht mensen en daar betrekken we heel veel anderen bij. Onder anderen directeuren en programmeurs van de culturele instellingen in de stad. We hebben een heel participatietraject achter de rug en ook benchmarkonderzoeken gedaan in andere steden. Met als uitgangspunt dat cultuur eigenlijk een vraag is en niet een antwoord. Dat is een heel andere benadering. Het was misschien jarenlang dealgemene tendens om mensen te vertellen wat ze moesten gaan zien en het is zeker niet verkeerd om mensen een eyeopener te bieden. Niet alles is voor iedereen, dat begrijpen we, maar er moet voor iedereen iets zijn, in welke wijkje ook woont. Wij vinden dat evenementen niet per definitie alleen in de binnenstad moeten plaatsvinden maar dat je de hele stad moet bedienen.”

Culturele sector
“Ik ben net aan mijn tweede jaar begonnen en ik vind het heel boeiend om in het algemeen belang te denken en daar naar te handelen. In mijn vorige baan was ik algemeen en artistiek directeur van de Nederlandse Reisopera. Ik kom dus uit de culturele sector, maar uit een andere discipline. In die hoedanigheid moest ik balanceren tussen twee dingen, ik moest tussen mijn mensen staan maar ook erboven. Nu heb ik collega’s in plaats van personeel. Toch is de benadering als ambtenaar niet anders. Hier heb je te maken met de instellingen waar je mee bezig bent. Ik heb een aantal accounts zoals dat heet: Planet Art, Enschede Promotie, Tetem, Concordia, Theater Sonnevanck, Rijksmuseum Twenthe/ De Museumfabriek en Phion, de fusie tussen het Gelders Orkest en het Orkest van het Oosten. Met die instellingen ben ik intensief in gesprek over hun toekomst. Niet alleen over het op de juiste manier aanvragen van subsidies en of de begroting in orde is, maar vooral ook over de vorm en inhoud van hun bedrijf. Hoe zien ze hun toekomst, wat is hun beeld van hun plek in het ecosysteem van de stad, maar ook binnen de regio en de provincie.”

"Je wordt in zekere zin voor de bus gegooid, maar gelukkig rijdt die om je heen"

Broedplaatsen
“De regio Twente is trouwens een glanzend voorbeeld van hoe gemeentes samen kunnen werken. We werken samen met veertien gemeentes en we hebben een sterke regionale binding en ambitie. Er zijn bijvoorbeeld in deze regio momenteel negentien broedplaatsen, waar creatieve mensen en ondernemers met elkaar verbindingen aangaan op gebied van kunst, cultuur en technologie. Veel instellingen hebben zichzelf opnieuw moeten uitvinden in een postcorona tijdperk, dat was niet niks. Gelukkig beginnen de theaters weer vol te lopen. Ik ben hier lekker aan het werk. Ik kom natuurlijk niet uit Twente, maar ik spreek de taal van de Tukkers en weet hoe de stad ruikt. Toen ik indertijd bij de Reisopera begon als koordirigent, wilde ik niet in Enschede wonen. Het voelde voor mij beter om een zekere fysieke afstand te hebben van mijn werkplek. Samen met mijn echtgenoot Hanz ben ik daarom in Eibergen (Gelderland) gaan wonen. We wonen inmiddels alweer 22 jaar heel plezierig in een appartement in het huis van een textielbaron uit 1895. Het is eigenlijk een maisonnette, twee verdiepingen in een statige villa.”

De kracht van herstel
In 2019 kreeg Nicolas Mansfield een hersenbloeding, terwijl hij op het podium stond om een concert te presenteren. In zijn beleving is dat lang geleden. Hij wil zich dan ook absoluut niet identificeren met wat hem is overkomen. Hij identificeert zichzelf wél met de kracht van herstel, met de mogelijkheid om jezelf opnieuw uit te vinden, ook als je midden vijftig bent. “Dat vind ik een belangrijk thema,” zegt hij. “Daarmee help ik ook andere mensen die zoiets hebben meegemaakt. Door met hen te praten en tips te geven hoe je daarmee aan de slag kunt gaan. Als je op Twitter kijkt, kom je die mensen elke dag tegen. Op het moment dat het je overkomt, is het wel ingewikkeld. Je wordt in zekere zin voor de bus gegooid, maar gelukkig rijdt die om je heen.” Hij lacht en je proeft toch een vleugje opluchting dat het zo goed is afgelopen. Van bijkomende of blijvende schade is niks te merken. Toch wel een klein godswondertje, lijkt me.“ Het is ook ingrijpend voor de mensen om je heen,” benadrukt Nicolas,“ die hebben er misschien wel meer last van.”

Een pijnlijk geschenk
Dat ligt gelukkig achter hem. Na twee jaar werken aan zijn herstel, dacht hij: ‘Ik moet wel weer aan het werk, ik ben nog lang niet klaar.’ Hij was net geridderd als officier in de Orde van Oranje Nassau. “Het was voor mij niet het einde, iets leuks om mee te nemen in mijn graf, maar een nieuw begin. Ik wilde een rol blijven spelen in deze samenleving. Gelukkig kon ik bij de gemeente Enschede aan de slag in de culturele sector. Er zijn veel vooroordelen wat mensen betreft die iets ingrijpend hebben meegemaakt. Er wordt al gauw gedacht dat je emotioneel instabiel bent. Ik heb mezelf doelen gesteld en zo aan mijn herstel gewerkt. Dat voelde meer als op een reboot-knop drukken dan dat je een nieuwe computer koopt. Mijn situatie laat zien dat als je iets is overkomen, je niet de rest van je leven bent uitgeschakeld.” Misschien heeft het geholpen dat Nicolas naast musicologie ook theologie heeft gestudeerd. Dat geeft een bredere en filosofischer kijk op het leven. Het stelde hem in staat om dat wat hem is overkomen ook te zien als een cadeau. Een pijnlijk geschenk weliswaar, maar wel een geschenk.”

Gillende sopranen
Nicolas Mansfield woont en werkt al jaren in deze regio, maar hij groeide op in Reigate (Engeland) in een muzikale familie, waar hij met vioolspelen begon toen hij zeven jaar oud was en met piano toen hij twaalf was. Daarnaast heeft hij altijd gezongen. Omdat hij zo mooi vioolspeelde, kreeg hij een beurs voor zijn verdere opleiding aan de Reigate Grammar School en het Royal Northern College of Music in Manchester voor zang. “Na één jaar was ik de gillende sopranen zat.” Hij kwam in 1989 naar Nederland om te zingen in het Groot Omroepkoor. “Ik kwam een vacature tegen voor het Groot Omroepkoor in Nederland, deed auditie en werd direct aangenomen.” Tien jaar lang zong hij in dat koor en ook regelmatig in het koor van de Nationale Opera en richtte daarnaast zijn eigen bedrijf op als zangdocent en dirigent van semiprofessionele koren. In 2000 solliciteerde hij als dirigent van het koor van de Reisopera. Hij kreeg de baan en verhuisde naar het Oosten.

De Reisopera
Nadat hij drie jaar had gewerkt als koordirigent, werd hij hoofd van het productiebureau en uitvoerend producent bij de Reisopera. Dat betekende onderhandelen met theaters, de reisplanning, ontwerpers, het orkest et cetera. Een heel breed palet in een wereld waarin de emoties aan de oppervlakte liggen. In 2013 werd hij algemeen en artistiek directeur. “Ik vind dat je als directeur van een culturele instelling hoofdmarketeer bent. Het is je plicht om zichtbaar te zijn in de media, mensen moeten weten wie je bent en waar je voorstaat, je moet vrienden maken, begrip kweken en niet in je eigen mythe gaan geloven.” Toch waren de uitdagingen legio. Bij de grote cultuurbezuinigingen in 2012 verloren heel veel mensen hun werk, ook bij de Reisopera. Het budget kelderde van acht miljoen naar drie-en-een-half en de meeste medewerkers, waaronder het voltallige koor, werden ontslagen. “Het was een dramatische tijd, maar het blijkt dat je het met drie- en een- half miljoen ook kunt,” zegt Nicolas nuchter. “Ik heb hard gelobbyd en toen ik vertrok, was het budget gestegen naar vijfeneenhalf miljoen.”

Bruto Twents Geluk
Gelukkig vindt hij in zijn huidige baan genoeg mensen die op zijn culturele golflengte zitten. “Je hebt hier een heel divers pakket aan mensen werken. Je hebt mensen die er niks mee hebben, mensen die er heel veel mee hebben en mensen die er niet veel mee hebben, maar begrijpen wat de functie van cultuur is in de samenleving. Dat laatste is ideaal, ik heb geen boodschap aan politici of ambtenaren die aan besluitvorming doen op basis van hun eigen smaak. Je moet weten wat de samenleving nodig heeft, daar ben je namelijk bij in dienst. Als je als ambtenaar teveel hebt met de inhoud, kan dat je perspectief vertroebelen en als je teveel afstand hebt, heb je er geen affiniteit mee en dat werkt ook remmend. Ik zou vooral graag willen dat cultuur een prominentere plek heeft in het Bruto Twents Geluk. We hebben een ontzettend rijk palet aan cultuur, niet alleen in Enschede maar in heel Twente. Maar wat het dichtst bij huis is, zie je het minst, en dat is jammer.” Als we het over cultuur hebben, hebben we het over mensen. De filosofische, theologische kant van Nicolas zorgt tijdens het gesprek voor een prachtige quote die hij ter plekke bedenkt: ‘God bestaat bij de gratie van de mens, dus laten we het over de mens hebben.’