IJshockey is mondiaal een grote sport, maar in Nederland een ondergeschoven kindje. Het is nooit anders geweest en zal vermoedelijk altijd zo blijven. IJshockeyers doen niet moeilijk over het gebrek aan aandacht of erkenning. Ook de clubs waarvoor ze spelen weten niet anders. Die zijn Enschede Lions ‘rocks’ in de Tweede Divisie gewend zichzelf te bedruipen; als er weer eens een strijd om het bestaansrecht moet worden gestreden, komen ze vaak als winnaar uit de strijd, op basis van mentale veerkracht en de diepgewortelde passie voor de sport. Maar je hebt ook de overtreffende trap als het gaat om het negeren van prestaties. Enschede Lions speelt dit seizoen op het één na hoogste landelijke niveau en de regionale media besteedt daar letterlijk nul aandacht aan. In weerwil van dat oorverdovende stilzwijgen gebeuren er dus verdomd mooie dingen op IJsbaan Twente in Enschede.
Profcompetitie
Dat het fraaie, UFO-vormige ijspaleis überhaupt nog open is, kan worden toegeschreven aan de gemeenteraad van Enschede, die ter elfder ure verantwoordelijkheid nam door – voorlopig – jaarlijks € 250.000,- vrij te maken voor de exploitatie. De komende drie jaar is ijssport in Twente verzekerd, waarbij het te hopen is dat ook andere gemeenten in de toekomst een substantiële bijdrage willen leveren, een handreiking die tot dusverre (goeddeels) is uitgebleven.
De ijshockeyers van de Lions zijn er, naast schaatsers, kunstschaatsers, curlingbeoefenaars en ijshockeyers van andere verenigingen, maar wat blij mee. Als gevolg van een ietwat gelukkige promotie, komt de club dit seizoen uit in de hoog aangeschreven Tweede Divisie Noord, waarin de sticks worden gekruist met tegenstanders uit Amsterdam, Heerenveen, Groningen en Leeuwarden. Geen sinecure, want bij de opponent komen ze niet zelden ex-profs tegen. De Amerikaan Josh Prudden bijvoorbeeld, nu spelend voor HCA Amsterdam, maar voorheen uitkomend in de Noord-Amerikaanse profcompetitie AHL, bij clubs als Worcester Sharks en Cleveland Barons. Of de wat oudere ijshockeyers die honderden wedstrijden in de Eredivisie op de teller hebben.
Gevaarlijke outsider
“Dat levert een clash van speelstijlen op”, zegt Sandro Cioffi, de Canadese trainer/coach van de Enschedeërs. “Zelf hebben we – op een paar ervaren spelers na – een erg jeugdige ploeg met veel jongens van 22, 23 jaar die het moeten hebben van enthousiasme, snelheid en agressie. Met ‘jonge benen’ en een goede conditie willen we het de geroutineerde teams lastig maken. Dat maakt ons tot een gevaarlijke outsider. Qua tactiek en positiespel moeten we nog veel leren, dat is ook duidelijk. Komt omdat we voor het eerst op dit niveau spelen, dus het kost tijd en energie om nieuwe systemen en patronen in te slijten.” Daar komt bij dat hij over veel nieuwe spelers beschikt. “Zo hebben we er drie Duitsers bij, van Nordhorn, die moeten wennen aan het type spel dat wij spelen. Maar al met al staat er een leuke groep, die in de tweede helft van de competitie haar beste niveau moet kunnen halen.”
De doelstelling is uiteraard lijfsbehoud. Twee ploegen degraderen rechtstreeks uit de Tweede Divisie, Enschede Lions behoort als promovendus tot die kandidaten, maar afgaand op de eerste beschietingen zouden de manschappen van Cioffi in elk geval Leeuwarden Warriors en GIJS Groningen 2 achter zich moeten kunnen laten. Tegen Frisian Bombers en Ugly Guns, uit Heerenveen, werd in het Thialf-ijsstadion weliswaar met respectievelijk 3-1 en 5-2 verloren, maar het wedstrijdbeeld bood genoeg perspectief voor de thuiswedstrijden tegen beide opponenten. “We staren ons niet blind op de ranglijst, kijken vooral naar de ontwikkeling van de spelers”, stelt Cioffi, “maar hoeven op IJsbaan Twente voor niet veel teams onder te doen. Ik denk dat we best kunnen verrassen, ook op dit niveau.”
‘Geboren op schaatsen’
Afkomstig als hij is uit Toronto, Canada, zegt Cioffi ‘geboren te zijn op ijshockeyschaatsen’. “IJshockey is mijn leven, Canada de bakermat van die sport. Dat is nooit anders geweest. Ik heb twaalf jaar als prof in Duitsland gespeeld, ben in Twente blijven hangen, verkoop in mijn dagelijks leven onder meer ijshockeybenodigdheden en vind het heerlijk om Enschede Lions te kunnen coachen. IJshockey ‘rocks’, al is de sport in Nederland niet zo populair als ik had gewild. Wat dat betreft is er nog een wereld te winnen.”
Toch gloren er lichtpuntjes aan de horizon, ook in Enschede. Annelies Tielenburg, sinds kort voorzitter van de Lions, merkt op dat de samenwerking met de eigen ijshockeyschool zijn vruchten afwerpt. “We hadden gehoopt op zo’n dertig jeugdleden, dat zijn er op dit moment zelfs meer. Jongens, maar ook meisjes. Dat is mooi om te ervaren. Hopelijk kunnen we de komende jaren weer nieuwe jeugdteams vormen, die ook in de competitie kunnen meedoen. Op dit moment delen we een jeugdploeg met Heerenveen, in de leeftijdscategorie tot achttien jaar. Dat is voor nu een mooie oplossing, maar het liefst brengen we in de toekomst weer zelfstandig jeugdteams op de been.”
Sponsoren
Tielenburg speelt, met haar 35 jaar, zelf bij de veteranen, maar puur in onderlinge partijtjes. Zij nam het voorzitterschap eerder dit jaar over van ex-international en clubicoon Marco Strijland, die door tijdgebrek stopte.
Tielenburg hoopt dat het goede ijshockeyniveau een aanzuigende werking heeft op sponsoren. “Een mooie hoofdsponsor, zoals Luttikhuis personenvervoer dat een tijd is geweest, of een paar kleinere sponsoren: dat zou het allemaal wel wat makkelijker maken.” Noodzakelijk is het niet: de ijshockeyers van Enschede Lions redden zich overal en altijd. Op het ijs, maar zeker ook daarbuiten.