Het racevirus heeft Bent overgedragen gekregen van zijn vader Jeroen die heel wat kilometers in Europa heeft afgelegd om zijn zoon in diens eerste race-jaren op de circuits af te zetten. Bent blijkt een talent. “Door de week en op zaterdag werkte mijn vader van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat in het bedrijf en op zaterdagavond reden we naar het circuit waar dat weekeinde een wedstrijd werd gehouden.” Zijn vader zette zijn zoon al op driejarige leeftijd op een quad (een motor met vier wielen). Vijfjarigen gaan over het algemeen keurig naar de kleuterschool, Bent stapte op die leeftijd (2010) voor de eerste keer in een kart. Bent is nog steeds niet erg groot, 1,70 meter en hij weegt zestig kilo, dat was als junior niet anders. Om aan het minimumgewicht in de auto te komen, werd er dertig kilo aan extra gewicht in de auto gelegd.

Zijn schoolbezoek schoot er ruimschoots bij in, hij miste honderden uren, maar dat belette hem niet om in 2017 zijn havodiploma te halen. Hij is vol over de wijze waarop het Stedelijk Museum als LOOT-school (Landelijke Organisatie Onderwijs Topsport) is ingericht. “Het is uniek in de wereld en daarom heb ik een middelbare schoolopleiding kunnen doen.” Zijn jeugd was natuurlijk erg afwijkend van wat andere jongeren meemaken op die leeftijd.

Rookie of The Year
In 2011 werd hij al kampioen. Een paar jaar later (2015) werd hij gelauwerd in het Duitse juniorkampioenschap. Zijn carrière verloopt glansrijk als hij daarna (op 17-jarige leeftijd) in de Formule 4 debuteert. Weer een jaar later (2018) debuteer hij in de Formule 3. Hij wordt ‘Rookie of the Year’ (beste nieuwkomer) met veertien zeges. In 2021 maakte hij de overstap naar de Formule 2 (ook wel het voorprogramma voor het racen in de Formule 1…), maar hij debuteerde dat jaar ook in het Endura-racen. De autosportpers is lovend over hem: ‘De beste debutant van het European Le Mans Series-seizoen heet Bent Viscaal. De 23-jarige inwoner van Albergen, die dit jaar zijn debuut in de Endurance-wereld heeft gemaakt, werd door een vakjury unaniem tot ‘Rookie of The Year’ verkozen’.

Endurance
Endurance is een tak van de motorsport (wegrace) waarbij het vooral gaat om het uithoudingsvermogen van mens en machine en het snel sleutelen. Endurance-wedstrijden duren zes, acht of vierentwintig uur. In die tijd moet een zo groot mogelijke afstand worden overbrugd. Om een competitie tussen verschillende merken (en landen) op te zetten, werden vanaf het begin van de twintigste eeuw betrouwbaarheidsritten georganiseerd. Een Endurance-race wordt meestal met twee of drie rijders gereden. Wisselingen van rijders vinden plaats tijdens de pitstop waarbij dan ook vaak banden worden gewisseld en brandstof wordt getankt. Uitgebreide reparaties tijdens een pitstop hoeven niet te leiden tot een slechte klassering. In het verleden konden zelfs relatief kansloze deelnemers een redelijk resultaat halen door de lange duur van de wedstrijd.

"Ik heb in 2022 bewust de keuze gemaakt om over te stappen naar de Endurance-racerij (naar team Algarve Pro Racing). Ik moet zeggen, ik heb van dat jaar genoten. Het verschil met de Formule 2 is vrij groot. In de langeafstandswedstrijden gaat het veel meer om het racen zelf en zijn er bovendien meer kansen om je als coureur te onderscheiden. Resultaat-technisch had er echter meer ingezeten en dat vind ik best lastig te verkroppen. Om te zeggen dat ik zeker twee races had kunnen winnen klinkt voor de buitenwereld misschien wat arrogant, maar we hadden wel degelijk de snelheid. Komend seizoen wil ik strijden om de kampioenschapstitel.”

"In de langeafstandswedstrijden gaat het veel meer om het racen zelf en zijn er bovendien meer kansen om je als coureur te onderscheiden"

Dit seizoen (2023) rijdt Viscaal voor het Italiaanse topteam Prema Racing. Dankzij zijn prestaties in de afgelopen jaren en zijn testperiode bij Prema eind 2022. Hij wil nog wel even gezegd hebben dat hij erg veel respect heeft voor zijn monteurs. “Ze beginnen vaak ’s ochtends om zes uur en gaan desnoods door tot twee uur ’s nachts, de auto moet voor elkaar zijn voordat ze er mee ophouden.”